U kunt de gloeilampen in de halogeenkoplamp zelf vervangen.
De gloeilampen in halogeenkoplampen kunnen zonder hulp van een werkplaats worden vervangen, maar voordat de lampen vervangen kunnen worden moet eerst de kunststof afdekking over de koplamp worden verwijderd.
Verwijder de rubber strip door deze in de motorruimte te duwen.
Haal de pennen in de vier clips van de kunststof afdekking los door de pennen met een schroevendraaier of iets dergelijks omlaag te duwen. Haal de afdekking er vervolgens af.
Plaats de afdekking in omgekeerde volgorde terug.
N.b.
Duw de pennen van de clips helemaal terug alvorens de clips in de afdekking terug te plaatsen.
Bij het terugplaatsen van de afdekking moet u de pennen zover indrukken dat de eindvlakken even hoog liggen als de clips.
De lamp voor dimlicht is bereikbaar als de ronde rubberen afdichting van de koplamp wordt losgenomen.
De lampen voor richtingaanwijzers, groot licht en dagrijlicht/stadslicht zijn bereikbaar als de langwerpige afdekking van de koplamp wordt losgenomen.
Neem contact op met een werkplaats1, als een van de andere lampen defect raakt. Dit geldt ook voor de gloeilampen van de achteruitrijlichten. Bij een storing aan led2-lampen wordt in de meeste gevallen de hele lampeenheid vervangen.
Waarschuwing
Bij het vervangen van een lamp moet het elektrische systeem van de auto in contactslotstand 0 staan.
Belangrijk
Raak het glas van de gloeilampen nooit rechtstreeks met uw vingers aan. Vet van uw vingers wordt door de warmte verdampt en zorgt voor een laagje op de reflector die dan kapot kan gaan.
N.b.
Als een foutmelding niet verdwijnt nadat de kapotte gloeilamp is vervangen, wordt geadviseerd een erkende Volvo-werkplaats te bezoeken.
N.b.
Bij de externe verlichting zoals de koplampen en achterlichten kan tijdelijk condens optreden aan de binnenkant van het lampglas. Dit is een natuurlijk verschijnsel en alle externe verlichting is erop gebouwd om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Condens verdwijnt normaal uit het lamphuis, wanneer de lamp enige tijd brandt.