Uitstapfunctie
De functie maakt het u als bestuurder gemakkelijker om uit te stappen doordat de stoel omlaagzakt, de zijsteun wordt verminderd en het zitkussen naar achteren beweegt.
De stoel is alleen in de stand voor de uitstapfunctie te zetten, als de functie geactiveerd is op het middendisplay.
Kies de schakelstand P.
Zet de motor af.
Veiligheidsgordel losmaken.
Open het bestuurdersportier.
De stoel, de zijsteun en het zitgedeelte nemen tegelijkertijd de standen voor de uitstapfunctie in.
Instapfunctie
Wanneer u de auto verlaat, blijft de bestuurdersstoel in de stand voor de uitstapfunctie staan. Wanneer u vervolgens weer instapt, kunt u zo sneller en eenvoudiger instappen. Wanneer u op de bestuurdersstoel hebt plaatsgenomen, de veiligheidsgordel hebt omgedaan en het elektrische systeem van de auto minimaal in contactstand 1 hebt gezet, neemt de stoel de opgeslagen persoonlijke stand in.
Eenvoudig in- en uitstappen activeren/deactiveren
Druk op Instellingen op het hoofdscherm van het middendisplay.
Druk op .
Kies Eenvoudige in- en uitstap voor activeren/deactiveren.