N.b.
Om de functie Privacy locking te kunnen activeren, moet de auto minimaal in contactslotstand I staan.
Privacy locking activeren
De functie kan worden geactiveerd vanaf het functiescherm of het instellingsscherm:
- Druk op de knop Private Locking in het functiescherm op het middendisplay.
- Druk op Instellingen in het hoofdscherm op het middendisplay. Druk op . Kies Private Locking.
Er verschijnt een pop-upvenster.
N.b.
Tijdens het eerste gebruik moet u een beveiligingscode kiezen. De beveiligingscode kan worden gebruikt om alle eerdere PIN-codes te deactiveren. Bewaar de beveiligingscode goed.
Voer de code in die na het vergrendelen moet worden gebruikt om het dashboardkastje te ontgrendelen en druk op Bevestig.
Het dashboardkastje en de achterklep worden vergrendeld. Het vergrendelen wordt bevestigd met een groene indicatie bij de knop in het functiescherm en doordat het vakje voor Privacy locking in het instellingsscherm wordt aangevinkt.
Privacy locking deactiveren
De functie kan worden gedeactiveerd vanaf het functiescherm of het instellingsscherm:
- Druk op de knop Private Locking in het functiescherm op het middendisplay.
- Druk op Instellingen in het hoofdscherm op het middendisplay. Druk op . Kies Private Locking.
Er verschijnt een pop-upvenster.
Voer de code in die bij het vergrendelen werd gebruikt en druk op Bevestig.
Het dashboardkastje en de achterklep worden ontgrendeld. Het ontgrendelen wordt bevestigd doordat de groene indicatie bij de knop in het functiescherm dooft en doordat het vakje voor Privacy locking in het instellingsscherm wordt uitgevinkt.