De Safelock-functie wordt geactiveerd via de transpondersleutel en bij passieve vergrendeling (Passive Entry)*. De Safelock-functie wordt met ca. 10 seconden vertraging actief na vergrendeling van de portieren.
N.b.
De auto kan alleen worden ontgrendeld met de transpondersleutel, passieve ontgrendeling of de mobiele app Volvo On Call (VOC)* (zie het artikel "Mobiele app Volvo On Call (VOC)*") als de Safelock-functie geactiveerd is. Het linker voorportier is ook te ontgrendelen met het afneembare sleutelblad.
Waarschuwing
Tijdelijk deactiveren
Als u de portieren van de buitenzijde wilt vergrendelen terwijl er iemand in de auto achterblijft, kunt u de Safelock-functie tijdelijk uitschakelen. Bij reguliere vergrendeling worden de elektrische aansluitingen direct gedeactiveerd, maar bij een tijdelijk gedeactiveerde Safelock-functie zijn ze na vergrendeling maximaal 10 minuten actief.
Tijdelijke deactivering is mogelijk via het hoofdscherm van het middendisplay. Kies hiervoor:
.
Dit kan ook vanaf het functiescherm van het middendisplay door te drukken op Minder bescherming.
Op het middendisplay verschijnt vervolgens Minder bescherming. De Safelock-functie wordt tijdelijk gedeactiveerd bij de volgende keer dat de auto vergrendeld wordt. Als de auto wordt ontgrendeld en weer wordt vergrendeld, moet de Safelock-functie weer tijdelijk worden gedeactiveerd. Let erop dat ook de bewegingsmelders en niveausensoren van het alarmsysteem* worden uitgeschakeld.
De volgende keer dat u de motor start, wordt het systeem gereset.
N.b.
- Let erop dat het alarm wordt geactiveerd bij vergrendeling van de auto.
- Als een van de portieren van de binnenzijde wordt geopend, gaat het alarm af.