Soms treden er ondanks vermoeidheid geen merkbare wijzigingen op in het rijgedrag, zodat DAC u niet waarschuwt. Het is daarom van groot belang dat u bij opkomende vermoeidheid de auto op een geschikte plek parkeert om een pauze in te lassen, ongeacht de vraag of DAC nu wel of niet heeft gewaarschuwd.
Soms kan het systeem ten onrechte waarschuwen voor ongecontroleerde stuurbewegingen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij:
- zijdelingse rukwinden
- spoorvorming in het wegdek.
N.b.
De functie maakt gebruik van de camera-eenheid van de auto, die een aantal algemene beperkingen heeft, zie hoofdstuk 'Beperkingen van de camera-eenheid'.