Van doelvoertuig veranderen
Wanneer de adaptieve cruisecontrol een rijdende voorligger volgt bij snelheden lager dan 30 km/h (20 mph), van doelvoertuig verandert en vervolgens een stilstaand voertuig volgt, zal de adaptieve cruisecontrol het stilstaande voertuig negeren.
Waarschuwing
Wanneer de adaptieve cruisecontrol een rijdende voorligger volgt bij snelheden hoger dan zo'n 30 km/h (20 mph), van doelvoertuig verandert en vervolgens een stilstaand voertuig volgt, zal de adaptieve cruisecontrol het stilstaande voertuig negeren en de opgeslagen snelheid aanhouden.
- U dient dan zelf in te grijpen en te remmen.
Automatische stand-bystand bij wijziging van doelvoertuig
- u rijdt langzamer dan 5 km/h (3 mph) en de adaptieve cruisecontrol kan niet registreren of het doelobject een stilstaand voertuig is of een ander object, zoals een verkeersdrempel.
- u rijdt langzamer dan 5 km/h (3 mph) en de voorligger slaat af, zodat de adaptieve cruisecontrol geen voorligger meer heeft om te volgen.
Automatische remfunctie
Bij korte stops tijdens filerijden of voor verkeerslichten wordt de rit automatisch hervat bij een stop korter dan zo'n 3 seconden - duurt het langer voordat een voorligger weer gaat rijden, dan wordt de adaptieve cruisecontrol stand-by gezet met de automatische remfunctie.
- Druk op de stuurknop .
- Trap het gaspedaal in.
N.b.
ACC kan de auto maximaal 5 minuten stilhouden – daarna wordt de parkeerrem aangezet, waarna de adaptieve cruisecontrol wordt uitgeschakeld.
Om de Adaptieve cruisecontrole te kunnen heractiveren moet u eerst de parkeerrem lossen.
Annulering van automatische remfunctie
In bepaalde situaties wordt de automatische remfunctie bij stilstand geannuleerd en wordt de adaptieve cruisecontrol stand-by gezet. Dat betekent dat de remmen worden gelost en de auto mogelijk gaat rollen – u moet daarom ingrijpen en zelf remmen om de auto stil te houden.
- u bedient het rempedaal
- u zet de parkeerrem aan
- u zet de keuzehendel in de stand P, N of R
- u zet de adaptieve cruisecontrol stand-by.
Automatische activering van de parkeerrem
In bepaalde situaties wordt de parkeerrem aangezet om te zorgen dat de auto blijft stilstaan.
- u het bestuurdersportier opent of de veiligheidsgordel losmaakt
- ACC de auto langer dan ongeveer 5 minuten staande heeft gehouden
- de remmen oververhit zijn geraakt
- de motor wordt afgezet.