• Controleer of de remmen naar behoren werken.
• Controleer de profieldiepte en de spanning van de banden. Is er kans op sneeuw of ijs op de weg, stap dan over op winterbanden.
• Controleer of de ruitenwissers in goede staat zijn en vervang ze indien nodig.
• Vul de ruitensproeiervloeistof bij.
• Controleer of er geen vloeistoffen uit de auto lekken.
• Controleer of de motor goed draait en het brandstofverbruik normaal is.
• Controleer of alle hulpmiddelen aanwezig zijn, zoals laadkabels, een bandreparatieset, een EHBO-set, een gevarendriehoek en een fluorescerend hesje.
• Als je naar een gebied rijdt waar andere maateenheden worden gebruikt, zoals mijl of kilometer per uur, dan kun je de maatinstellingen van je auto aanpassen.
• Als je naar een gebied met andere verkeersregels gaat, zorg er dan voor dat de auto de juiste uitrusting heeft en kijk na welke andere verkeersregels er gelden.
• Afgelegen gebieden kunnen een slechte of geen internetverbinding hebben. Als je van plan bent om naar dit soort gebieden te rijden, download dan de benodigde kaarten in de navigatie-app, zodat je ze kunt gebruiken als je offline bent.