Bestuurdersdisplay
Gedetailleerder informatie vindt u onder de functies die gebruik maken van het display.
Meters en wijzers
Controle- en waarschuwingssymbolen
Functietest
Alle controle- en waarschuwingssymbolen, behalve de symbolen in het midden van het bestuurdersdisplay, gaan branden in contactslotstand II of bij het starten van de motor. Alle symbolen moeten weer uitgaan als de motor is aangeslagen, behalve het lampje voor de parkeerrem. Dit gaat pas uit, als de auto van de parkeerrem wordt gehaald.
Als de motor niet aanslaat of als de functietest wordt uitgevoerd in contactslotstand II, gaan binnen enkele seconden alle symbolen uit, behalve het symbool voor storingen in de uitlaatgasreiniging en dat voor een lage oliedruk.