Zodra de auto stilstaat, worden de remmen automatisch geactiveerd. Het systeem kan de auto staande houden met de bedrijfsrem of de parkeerrem en werkt ongeacht hellingspercentage. Bij het wegrijden worden de remmen automatisch gelost als de bestuurder in de veiligheidsgordel zit.
N.b.
Bij het afremmen tot stilstand op op- en aflopende hellingen moet u het rempedaal iets steviger intrappen voordat u het loslaat om er zeker van te zijn dat de auto helemaal stilstaat.
De parkeerrem wordt geactiveerd als
- de auto wordt afgezet
- het bestuurdersportier wordt geopend
- de bestuurder de veiligheidsgordel losneemt
- de auto enige tijd (5–10 minuten) stilgestaan heeft
Symbolen op het bestuurdersdisplay
Symbool | Betekenis |
---|---|
Het symbool brandt als het systeem het rempedaal gebruikt om de auto stil te houden. | |
Het symbool brandt als het systeem de parkeerrem gebruikt om de auto stil te houden. |