De achterklep van de auto kan elektrisch worden geopend/gesloten.
Als extra optie bestaat ook de mogelijkheid van openen/sluiten met behulp van een schopbeweging - zie paragraaf "Elektrische achterklep openen/sluiten met schopbeweging" voor meer informatie.
Openen
De achterklep kan worden geopend met de handgreep ervan, met een schopbeweging*, met een knop op het dashboard of met de transpondersleutel.
Open de achterklep op een van de volgende manieren:
Druk lichtjes op handgreep van de achterklep.
Druk knop op het dashboard langdurig in. Houd de knop ingedrukt totdat de achterklep een stukje openveert.
Druk knop op de transpondersleutel langdurig in. Houd de knop ingedrukt totdat de achterklep een stukje openveert.
Sluiten
De achterklep kan worden gesloten met de knop op het dashboard, met een schopbeweging*, met de transpondersleutel of met de knoppen1 aan de onderkant van de achterklep.
Sluit de achterklep op een van de volgende manieren.
Druk lang op knop op het dashboard of op knop op de transpondersleutel.
De achterklep sluit automatisch en er klinkt een signaal - de klep wordt niet vergrendeld.
Druk op de -knop1 op de onderkant van de achterklep om deze te sluiten.
De achterklep sluit automatisch - de klep wordt niet vergrendeld.
N.b.
De knop is 24 uur actief nadat de klep is opengelaten. Daarna moet u de klep handmatig sluiten.
Druk op de -knop1 op de onderkant van de achterklep om de klep te sluiten en tegelijkertijd zowel portieren als klep te vergrendelen (voor vergrendelen moeten alle portieren zijn gesloten).
De achterklep sluit automatisch - de klep en de portieren vergrendelen automatisch en het alarmsysteem2 wordt ingeschakeld.
N.b.
Indien de transpondersleutel niet voldoende dicht bij de achterklep wordt waargenomen, werkt vergrendelen/ontgrendelen niet. Zie paragraaf 'Bereik van de transpondersleutel' voor meer informatie.
N.b.
Bij Keyless* vergrendelen/sluiten klinken er drie signalen als de sleutel niet voldoende dicht bij de achterklep wordt waargenomen. Zie paragraaf 'Bereik van de transpondersleutel' en lees 'Vergrendelingen en transpondersleutels' voor meer informatie.
Belangrijk
Bij handmatige bediening van de achterklep is het zaak de klep langzaam te openen of sluiten. Duw de achterklep niet met kracht open of dicht, als de achterklep weerstand biedt. De achterklep kan beschadigd worden en defect raken.
Openen/sluiten onderbreken
Openen/sluiten kan op vijf manieren worden onderbroken:
Druk op knop op het dashboard.
Druk op de knop op de transpondersleutel.
Druk op de sluitknop1 aan de onderkant van de achterklep.
Druk op het met rubber beklede drukplaatje onder de buitenhandgreep.
Met een schopbeweging* (zie paragraaf "Elektrische achterklep openen/sluiten met schopbeweging" voor meer informatie).
De beweging van de klep wordt onderbroken en stopt en de klep kan vervolgens handmatig worden bewogen.
Aanpasbare maximale openingshoek
De maximale openingshoek van de achterklep kan worden aangepast - bijvoorbeeld als de garage een laag plafond heeft.
De maximale openingshoek instellen:
Achterklep openen; stopzetten in de gewenste openingspositie.
Druk de knop aan de onderkant van de achterklep ten minste 3 seconden in.
Er klinken twee korte signalen en de desbetreffende stand is nu opgeslagen.
Resetten van de maximale openingshoek:
Beweeg de klep handmatig naar de hoogst mogelijke stand. Druk de knop op de achterklep ten minste 3 seconden in.
Er klinken twee signalen en de opgeslagen stand is nu gewist. De klep opent voortaan tot de maximale stand.
N.b.
Om oververhitting tegen te gaan wordt het systeem na langdurig en continu gebruik automatisch even uitgeschakeld. Ca. 2 minuten later is het opnieuw klaar voor gebruik.
Beveiliging tegen overbelasting
Als de achterklep tijdens het openen/sluiten in zekere mate wordt gehinderd door een obstakel treedt de beveiliging tegen overbelasting in werking.
Bij openen - de beweging wordt onderbroken, de beweging van de achterklep stopt en er klinkt een lang signaal.
Bij sluiten - de beweging wordt onderbroken, de beweging van de achterklep stopt, er klinkt een lang signaal en de achterklep keert terug naar de geprogrammeerde max. openingshoek.
Waarschuwing
Let op het gevaar voor beknelling tijdens het openen/sluiten. Controleer alvorens de achterklep te openen/sluiten of er niemand in de buurt van de achterklep staat, omdat ernstig beknellingsletsel anders niet uitgesloten kan worden.
Let altijd op bij bediening van de achterklep.
Voorgespannen veren
Waarschuwing
Open de voorgespannen veren van de elektrische achterklepbediening niet. De veren zijn sterk voorgespannen en kunnen bij opening letsel toebrengen.