De afdalingsremregeling is aangepast voor terreinritten op lage snelheden en is vooral handig bij ritten op steile, aflopende hellingen met een lastige ondergrond. Omdat u het rempedaal niet hoeft te gebruiken, kunt zich volledig richten op de besturing.
Waarschuwing
HDC werkt niet in alle situaties, maar is uitsluitend bedoeld als een aanvullend hulpmiddel.
Als bestuurder bent u er altijd verantwoordelijk voor dat u de auto op een veilige manier bestuurt.
Functie
Dankzij de verhoogde motorrem van de afdalingsremregeling kan de auto langzaam voor- en achteruitrollen. De snelheid is tijdelijk met het gaspedaal te verhogen. Bij het loslaten van het gaspedaal wordt de rijsnelheid weer tot stapvoets verlaagd, ongeacht het hellingspercentage en zonder dat u daarvoor het rempedaal hoeft te bedienen. Bij activering van het systeem gaan de remlichten branden.
Met het rempedaal kunt u de auto altijd remmen en langzamer stapvoets rijden of de auto helemaal tot stilstand brengen.
De functie wordt geactiveerd door Low Speed Control (LSC) dat ondersteuning biedt bij ritten op gladde ondergronden en waarmee u op een lage en gelijkmatige snelheid kunt rijden. Het hangt van de ondergrond, het hellingspercentage en de rijsnelheid af welk systeem er actief is.
Afdalingsremregeling (HDC) activeren
De afdalingsremregeling werkt alleen op lage snelheden.
Het systeem is afhankelijk van de uitrusting van de auto op verschillende manieren te activeren.
Met de rijmodusknop*
- Kies de rijmodus Off Road om het systeem te activeren.
- Kies een andere rijmodus om het systeem te deactiveren. Als u tijdens ritten op een steile aflopende helling van rijmodus verandert, wordt de remwerking langzaam verlaagd.
Op het functiescherm van het middendisplay
Bij auto's zonder rijmodusknop bevat het functiescherm op het middendisplay een functieknop voor lagesnelheidsregeling met Hill Descent Control.
- Druk voor activering van de functie herhaalde malen op de knop. Een brandend lampje in de knop geeft aan dat de functie geactiveerd is.